Hoe het in 1910 begon
In Koog aan de Zaan speelden jongens al voetbal ruim voor het ontstaan van KFC. De sport was immers al omstreeks 1880 in Nederland geïntroduceerd en werd snel populair. Onder primitieve omstandigheden ontstonden ook in de Zaanstreek vormen van een competitie. Jeugdclubjes kwamen en verdwenen net zo snel als ze waren opgericht. In ons dorp ontstond een club met de naam SDO. Deze afkorting stond voor Samenspel Doet Overwinnen. Op enig moment ontstond hier ook EDO, een waarschijnlijk verkorting Eendracht Doet Overwinnen of Eenheid Door Oefening.
Uit deze clubjes is KFC ontsproten. De grote initiatiefnemers waren de heren of beter jongemannen L.J. Bunschoten en de 13-jarige Herman J. Forrer. Als officiële oprichtingsdatum geldt 20 oktober 1910. Niet lang daarna werd de vereniging onder de naam Kooger Football Club, toegelaten tot de competitie van de Noord-Hollandse Voetbal Bond.
Het oorspronkelijk voetbaltenue
De spelers droegen een blaauw shirt met een brede rode baan over de borst en een donkere broek. Omdat nogal wat Koogsche gezinnen het niet breed hadden mocht menig moeder simpelweg voor een paar centen een rode sjerp en zette die schuin op de blauwe werkkiel van hun zoon. Zo kon op goedkope wijze een clubtenue worden gereduceerd. Deze tijden zijn voorbij want via de introductie van het KFC Kledingfonds is elk spelend lid inmiddels voorzien van een officieel JAKO-clubtenue. Iedereen zal het veld opstappen met een rood/blauw shirt, blauwe broek en blauwe voetbalkousen met een rode rand. Hiermee gaan we back to basics en terug naar de roots van onze vereniging en met een nieuw fris en moderner KFC-logo.
Rood-blauw in Oranje
De eerste Koger die het Oranjeshirt droeg, was midvoor Jaap Mol. Op negentienjarige leeftijd maakte hij op 29 november 1931 zijn debuut in het Nederlands elftal. Daarna volgden nog vier uitverkiezingen voor ons Jaap. Piet de Boer, tevens midvoor, was de tweede KFC-er die in het Nederlands elftal speelde. Hij beleefde een korte interlandcarrière. Eenmaal, 28 november 1937, mocht de Koger zich op 18-jarige leeftijd in ons Oranjeteam bewijzen. In Rotterdam won Oranje met 4-0 van Luxemburg. Piet de Boer trof na rust drie keer doel. De derde Koger in Oranje was Piet Kruiver, bijgenaamd de blonde Pijl. Hij speelde 22 interlands en veelal was de Zaankanter Henk Groot één van zijn ploeggenoten. Daarna speelde hij met spelers als Faas Wilkes, Abe Lenstra, Cor van der Hart en Hans Kraay. Al op 16-jarige leeftijd debuteerde Piet in KFC 1, om in 1957 op avontuur te gaan. Zijn transfer naar PSV Eindhoven leverde ons 40.000 gulden op. Vier jaar later werd het Italiaanse Lenerosi Vicenza zijn volgende club.
Ook leverden enkele KFC-dames prestaties van formaat. Anja van Rooijen-Bonte, Marleen molenaar, Christa Nanninga, Marjoke de bakker, Miranda Noom en Linda van Amerongen droegen het Oranjeshirt.
KFC en betaald voetbal
In 1954 startte de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond een eigen competitie. Ook het bestuur van KFC zag de ontwikkelingen van het betaalde voetbal op zich afkomen en binnen KFC werden achter de schermen de eerste stappen richting betaald voetbal gezet. Een motie tot het stichten van een profafdeling werd tijdens een bijzondere ledenvergadering op 18 maart 1955 aangenomen. De eerste Zaanse profclub was een feit. Het minimumloon bij KFC was 750 gulden per jaar. KFC splitste in 1964 de profs van de amateurs. De licentie voor betaald voetbal werd overgenomen door FC Zaanstreek, dat in 1967 met Alkmaar ’54 fuseerde tot AZ’67. KFC ging daarna verder als amateurclub.
KFC en de strijd om de landstitel
In het seizoen 1933-1934 werd KFC kampioen in de eerste klasse en dat betekende deelname aan de strijd om de landstitel. Daarvoor meldden zich naast KFC de andere westelijke kampioen Ajax, het oostelijke Heracles en het zuidelijk Willem II voor het kampioenstoernooi. Op drie achtereenvolgende dagen in juli 1934 werd het toernooi in het Olympisch Stadion afgesloten. Onze beide tegenstanders beten de spits af. Waarbij de Amsterdammers overtuigend in het voordeel bleven. Daarna moesten wij het tegen
Willem II opnemen. Ondanks een achterstand werd tijdig het tij gekeerd en gingen wij met een 2-1 winst huiswaarts. De laatste wedstrijd moest de beslissing brengen, waarbij Ajax in het voordeel was vanwege een beter doelsaldo. Ajax begon direct fel de aanval en bleek gevaarlijk. In een snelle uitval van KFC ging de bal van Jaap Mol naar Frans van Wensveen en uit zijn voorzet scoorde Jo Kruiver, 1-0. Kort daarna werd de voorsprong uitgebouwd. Nu stelde Jaap Mol Dirk van het Kaar in de gelegenheid de aanval af te ronden, 2-0. Dat was een ongekende en onverwachte stand. Ajax wilde een nederlaag voorkomen en stuurde het laatste kwartier alles naar voren. Even waren wij minder attent toen een medespeler geblesseerd bleef liggen en Ajax tegen scoorde, 1-2. Met nog een paar minuten te spelen, was er weer een aanval van Ajax. Een van de KFC-verdedigers werd gepasseerd en Piet van Rheenen wist gelijk te maken, 2-2. Een overtreding van een Ajacied in het eigen strafschopgebied werd door de scheidsrechter niet bestraft en zo werd KFC een penalty en dus de landstitel onthouden. Nu zouden ze zeggen “Lucky Ajax”.
Het KFC-systeem
Ooit was het de uit Engeland afkomstige trainer Jimmy Marshall die de speelwijze drastisch omgooide. Hij had een nieuw systeem bedacht, de W-formatie, waarmee het stopperspilsysteem zijn intrede deed. Het was een revolutionaire stap waarbij het accent meer op de verdediging werd gelegd. Het had allemaal een geweldige uitwerking. Onze tegenstanders hadden veel tijd nodig om het juiste tegenspel te bedenken. Sinds die tijd “ademt” KFC nog steeds voetbal. Het is nog echt een club met een enorme achterban, veel vrijwilligers en een fanatieke aanhang Een groot deel van de leden wil trots zijn op de prestaties van de club.